Joost Arendse (61) geeft meteen toe dat hij verslaafd is aan nordic walking. “Ik ga op z’n minst twee of drie keer per week. Anders word ik chagrijnig. Echt chagrijnig. Dan zegt Ria, mijn vrouw, ‘moet je niet even stokken?’”
“Mijn vrouw stelde als eerste nordic walking voor. Ik zocht een nieuwe sport want ik kon vanwege mijn rugklachten niet meer hardlopen. Toen noemde mijn huisarts het ook. Dat is nu bijna tien jaar geleden. Tegenwoordig loop ik vaak 20 tot 40 kilometer per keer en soms 60. Het is best een inspanning want je verbrandt door het gebruik van de stokken 10 tot 20 procent meer energie dan met wandelen. Nordic walking maakt ook je geest leeg. Het is puur ontspannen. Daarnaast kan je een beetje genieten van de omgeving. Ik ben dol op klassieke muziek, maar ik zet nooit een koptelefoontje op. Ik luister liever naar de vogels. Thuis loop ik meestal alleen, maar als we met vakantie gaan dan kiezen we bestemmingen waar we fijn kunnen lopen, zoals het Odenwald in Duitsland of de bergen rond Sussat in Frankrijk. In Sussat ben ik in het bos ooit behoorlijk verdwaald en moest ik bijna 15 kilometer teveel lopen. Ontstellend vervelend. Sindsdien heb ik altijd een GPS bij me.”
Do’s
- Volg een cursus. Zo leer je de stokken schuin naar achteren plaatsen. (Mensen die ze verticaal de grond in steken worden ‘papierprikkers’ genoemd). Verder werk je aan je conditie en houding.
- Stel jezelf een doel. Zo heb je wat om naar toe te trainen.
- Bereid je goed voor. Doe iets op je hoofd en smeer jezelf in met zonnebrandcrème. En gebruik goede sokken om blaren te vermijden. Bij afstanden van meer dan 40 kilometer is het verstandig om je voeten te tapen met wit sporttape. Ook zijn er crèmes die wrijving van je voeten tegen gaan.
Don’ts
- Bespaar niet op de stokken. Koop een paar mooie stokken van carbon (rond de 100 euro). Die trillen haast niet en veroorzaken daarom veel minder pols- en handproblemen dan goedkopere stokken. Verder hoeft het niet duur te zijn. Hardloop- of hike-kleding is ideaal. En een paar wandelschoenen gaat 700 tot 800 kilometer mee.
- Laat jezelf niet uitdrogen. Neem in ieder geval een halve liter water mee, als het tenminste niet vriest! Voor afstanden van 30 kilometer-plus is een rugzak met waterbladder handig. Zo kan je ook wat snelle calorieën meenemen.
- Vergeet niet te rekken en te strekken. Net als bij andere sport kan je blessures vermijden door je spieren zorgvuldig voor te bereiden en na afloop af te laten koelen.
Terug naar toekomt.nl
Meer over bewegen