“Ik had pas een nieuwe klant. Ik vroeg hem: ‘Wilt u wat drinken meneer’? – ‘Ja doe maar een kopje koffie.’ Ik zeg: ‘Nou, eigenlijk hoort er whisky gedronken te worden in een barbershop.’ De man vraagt verbaasd: ‘Is dat echt zo?’ ‘Ja’, zeg ik, ‘eigenlijk is dat zo.’ – ‘Nou, dat heb ik nog nooit gedronken, maar laten we het maar een keer proberen.’ De man proeft, en zegt ‘Ja, ja, het is toch wel lekker!’
Een tijdje later komt hij zich weer laten knippen. ‘Wilt u wat drinken meneer?’, vraag ik hem. ‘Ja, doe maar een glaasje whisky, ik vond ’t wel lekker!’ Dus dat was weer een glas. De derde of vierde keer dat hij zich komt laten knippen vertrouwt hij me toe: ‘M’n vrouw zegt iedere keer: ‘Wat ben je toch vrólijk als je terugkomt van de kapper!’”
Leen Rijstenbil, 66. Lees het interview met Leen