Toekomt presenteert het DWDD Popup Museum, door de ogen van Carla Swart. Carla werkt sinds kort op de redactie van Toekomt. Haar bezoek aan de officiële opening van het museum was haar vuurdoop. Hieronder lees je hoe het haar verging.
Het begon met een telefoontje waarvan ik dacht, ‘dit gaat me nooit lukken’, en werd uiteindelijk werkelijkheid. Aanwezig zijn bij de officiële opening van het DWDD Popup Museum. Na een enthousiast telefoontje met Jan Willem Overdijk van de UvA was het snel gepiept. Yes, één kaart in de pocket! Hij gunde ons vast deze unieke kans om hierbij te kunnen zijn, of wie weet is hij zelf een ondernemende zestigplusser. Maakt me helemaal niets uit, ik heb het mooi voor elkaar gekregen. Mijlpaal nummer één.
De officiële opening kwam steeds dichterbij en ik had geen idee wat ik kon verwachten. Wat moet ik aan, waar laat ik mijn fotocamera, kan ik het maken met een rugzak binnen te wandelen. Achteraf misschien overbodig maar voor een ‘groentje’ in deze wereld serious business.
De dag des oordeels
Daar sta ik dan, de sneeuw nog van me afvegend, in het Amsterdamse Allard Pierson Museum. Ik krijg een sticker als bewijs dat ik van de pers ben en sluit me vervolgens aan bij de rest van de genodigden. We worden in twee groepen verdeeld, schrijvende en fotograferende pers. Met de rest van de schrijvende pers worden we naar onze plaats gebracht. Hoewel het draaiboek verder prima in elkaar steekt, valt het staan op een trap – ver weg van alles – behoorlijk tegen. Enfin, ik leer wel dat die bewuste trap bevestigd is tussen twee panden. Vroeger was dit nog een steegje. Het is inderdaad nog te zien aan de buitenmuren aan beide zijden. Leer de stad kennen.
“Alleen al verzekeringstechnisch
is dit geen eenvoudige operatie”
Van veraf zie en hoor ik hoe Matthijs van Nieuwkerk zijn verhaal doet. Aan het lijstje met DWDD-spin-offs als De Wereld Draait Buiten en DWDD University kan dit jaar het DWDD Popup Museum worden toegevoegd. Het idee is ontstaan tijdens een van de uitzendingen met Jasper Krabbé. Dat er uiteindelijk écht een museum is gekomen had Matthijs waarschijnlijk in zijn stoutste dromen niet durven vermoeden. Alleen al verzekeringstechnisch is dit geen eenvoudige kunstoperatie.
Nadat minister Bussemaker van onderwijs, cultuur en wetenschap deze popup officieel geopend heeft verklaard worden wij, de schrijvende pers, ‘losgelaten’ in de ruimtes van de bekende gastconservatoren. Voor mij persoonlijk het meest spannende deel. Een vraag stellen aan Joost Zwagerman of Nico Dijkshoorn doe ik niet dagelijks, maar is wel dagelijkse kost van een webredacteur. Ik spreek mezelf streng toe: ‘heel diep adem halen en gaan’
Joost Zwagerman (Gemeentemuseum Den Haag) Twee dode roeken / Napje met eieren
De eerste zaal is ingericht door Joost Zwagerman met werken uit het depot van Gemeentemuseum Den Haag. De kleine ruimte staat vol met geïnteresseerden en daartussen zie ik een druk sprekende Joost Zwagerman. Ai, hoe ga ik dit aanpakken, hoe trek ik zijn aandacht? Plots hebben we oogcontact waarna ik mijn vraag kan stellen. Ik struikel over mijn woorden, maar gelukkig begrijpt hij mijn vraag. Zijn favoriet uit de tien favorieten? Daar hoeft hij niet lang over na te denken: “De werken van Floris Verster (1861-1927). De ‘Twee dode roeken’ (1907) en ‘Napje met eieren’ (1906). De verstilling die je terug ziet in zijn werk is bijna ontroerend mooi.”
Zelf fotografeer ik een ander werk door de ‘meester’ uitgezocht. ‘De dode vis’ van Holger Niehaus. Zo mooi dat je jezelf afvraagt of de vis is geschilderd of gefotografeerd.
Céceile Narinx (Centraal Museum Utrecht) Lola Pagola
Zonder te weten wie er in de volgende ruimte exposeert weet ik meteen wie hier de hand aan heeft gelegd: Cécile Narinx met werken uit het modedepot van Centraal Museum Utrecht. Ook Cécile is druk in gesprek dus wacht ik mijn beurt netjes af. Dat geeft mij ondertussen mooi de tijd om wat kiekjes te maken. De ruimte is gevuld met bijzondere kostuums en schoenen. Schoenen zijn een lust voor het oog voor elke vrouw. Zo ook voor Cécile zelf. Op mijn vraag wat haar favoriete item is noemt zij zonder enige twijfel de pump met rode veren van Lola Pagola (1989). “Een klassieke rode pump met een knipoog. Zeker weten dat je hiermee de show steelt als je ergens binnenkomt.”
Jasper Krabbé (Stedelijk Museum Amsterdam) Let’s 80s rock
In de zaal van Marc-Marie is het zo druk dat ik besluit om door te lopen naar de ruimte van Jasper Krabbé. Ook hier wordt mijn geduld op de proef gesteld. Wachten, wachten, wachten. Maar dat is het dubbel en dwars waard. Wat een leuk persoon! Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Ik krijg in ieder geval de smaak te pakken.
“Zo mooi dat je jezelf afvraagt
of de vis is geschilderd of gefotografeerd”
Hij is meteen duidelijk over zijn favoriet werk uit het depot van het Stedelijk. Enzo Cucchi, de zaagman. Tenminste, zo noemt hij deze grote gele man. Een iconisch zelfportret een poëtische reus. Met zijn hand op het hart met rode verf besmeurd. Een bloedend hart, een gebroken hart. En wat zeggen de tanden van een zaag op het been van deze man over dit werk? Dat laten we allemaal aan de verbeelding van de kijker over.
Fidan Ekiz (Nederlands Fotomuseum Rotterdam) Evacuatie tijdens Watersnoodramp
Wanneer ik mijn route vervolg, merk ik dat er al heel wat conservatoren zijn gevlogen. Halina Reijn is de grote afwezige van deze avond. Herman Pleij, professor mr. Pieter van Vollenhoven en Jan Mulder zijn inmiddels het werk van hun collega-gastconservatoren aan het bekijken. Jammer, maar het gemis wordt in de laatste zaal ruimschoots goedgemaakt. Wat een bijzondere vrouw is Fidan Ekiz!
Deze zaal gevuld met zwart-witfotografie uit het NFR is veruit mijn favoriet. De foto’s doen wat met me. Het moet even bezinken. Fidan vertelt me waarom de foto van Ed van Wijk haar zo raakt: “Deze foto staat symbool voor mijn thema ‘overleven en kracht’. Wanneer ik kijk naar de gelaatsuitdrukking van dit jongetje en zijn moeder dan kan ik zo ontroerd raken. Dat je zoiets kan vangen in beeld intrigeert me.”
Marc-Marie Huijbregts (Van Abbemuseum Eindhoven)
En last but not least Marc-Marie Huijbregts. Na de indrukwekkende ontmoeting met Fidan liep ik mijn route weer terug door de zalen om nog wat kunstwerken te bekijken Plots tref ik Marc-Marie in de zaal van Jan Mulder. Terwijl veel mensen een drankje drinken, kan ik mijn slag slaan. Hij schudt mij de hand, opvallend, want dat is deze avond nog geen enkele keer gebeurd. Ai, hoort dat bij de etiquette? Ik ben even ‘van het padje af’ zoals wij Brabanders dat zeggen (En ik hoef je vast niet te vertellen dat Marc-Marie van Brabantse komaf is)
“Dat je zoiets kan vangen in beeld intrigeert me”
Zijn favoriet uit het Van Abbemuseum verandert met de minuut. Zo is hij dol op Barry Flanagan, of misschien toch Constant Permeke door het donkere en dreigende karakter. Of Charley Toorop… of misschien René Jolink. Eén ding is duidelijk, hij heeft geen specifieke favoriet. Het is afhankelijk van zijn humeur en gemoedstoestand.
De kunstzalen van het Allard Pierson lopen langzaamaan leeg. Ik besluit dat het ook voor mij genoeg is geweest. Het was een bijzondere eerste journalistieke ervaring, die ik niet snel zal vergeten.
– Carla